Een broos begin

Een geboorte zonder slingers en ballonnen

Opeens ben je mama…

Dylan werd geboren na 27 weken. 27 weken! Maar hij doet het nu zo goed… vertelt mama Wendy met lichtpuntjes in haar ogen. Ze fluistert het nog eens opnieuw:  hij doet het nu zo goed.

We blikken samen terug op een moeilijke periode. Dylan is een regenboogbaby. Deze hoopvolle namen schenken ze aan een baby die geboren wordt na het verlies van een ander kindje. Voor Dylan was dat zijn zusje Faithe. Zij werd geboren na 24 weken, veel te vroeg, veel te broos.

De zwangerschap van Dylan was dan ook een bezorgde periode voor mama Wendy en papa David. Na 27 weken zwangerschap voelde Wendy intuïtief aan dat het niet goed zat. Er was te weinig beweging in haar buik. Twee dagen later werd Dylan geboren en dook het gezin halsoverkop in de wereld van de neonatologie. Een wereld vol darmpjes en buisjes, lampen en alarmen, waar veel te kleine mensjes verder groeien van zaal A tot zaal D. Als alles goed gaat…

Maar Dylan deed het wondergoed. Hij doorliep zijn neonatale tijd zonder grote bijkomende problemen. Maar begrijp ons niet verkeerd, maakt Wendy duidelijk… het is niet omdat het behoorlijk gaat, dat het geen bijzonder zware tijd was voor ons als gezin. Na vijf dagen verlaat je als mama het ziekenhuis maar je kleine ventje moet daar blijven. Op dat moment heb je enkel nog maar contact gehad door heel voorzichtig je hand op hem te leggen. Pas na 9 dagen mochten we hem echt aanraken. Je kan dat eigenlijk niet uitleggen aan mensen wat dat juist betekent…    

Pas nadien besef je wat je allemaal gemist hebt: het gevoel van een dikke buik, je volop zwanger voelen, de eerste borstvoeding, het kraambezoek, de slingers en de ballonnen.

We hadden zoveel vragen…

Na 69 dagen mag Dylan samen met zijn ouders het ziekenhuis verlaten. Wendy kan nog precies verwoorden hoe dat voor hen aanvoelde: Je bent blij dat hij eindelijk naar huis mag, maar je vertrekt toch met een klein hartje.

Eens thuis zochten we samen naar een nieuw ritme maar dat liep niet vanzelf. We hadden geen enkele rustige avond, klokslag 19u00 begon hij te wenen. We konden nauwelijks samen eten. We waren echt op. Onze kinderarts vertelde toen over Fiola vzw en we stonden daar meteen voor open. Kort erna kon de Broos-begeleiding opstarten.

“De begeleiders van Fiola kwamen bij ons thuis en luisterden naar ons verhaal. Voor het eerst kreeg ik het gevoel van echt begrepen te worden. We hadden duizend en één vragen.”   

We vertelden over de onrust van Dylan en begeleidster Vanessa kwam met het idee ‘mag ik eens proberen of inbakeren bij hem werkt’. Natuurlijk wilden we dat proberen. Vanessa deed dit heel zorgzaam. Ze leerde ons de techniek van het inbakeren stap voor stap, zodat we dit zelf ook konden toepassen. Diezelfde avond was Dylan al veel rustiger. Sinds lange tijd aten we samen aan tafel. Ik weet nog dat ik een berichtje stuurde naar Vanessa om haar te bedanken met de alledaagse woorden: “We hebben samen kunnen eten!” Het had zoveel betekenis voor ons! Er zijn daarna nog onrustige avonden geweest maar toen wisten we wat we konden doen. 

En hoe is het nu met jullie?

Vanaf toen stonden we er niet langer alleen voor. We voelden ons gesteund door Fiola. Om de 4 weken kwam Fien of Vanessa langs. Ze luisterden naar de evolutie die Dylan maakten, gaven kleine tips zodat wij weer verder konden. Ze hadden aandacht voor het tempo van Dylan maar ook voor ons als ouder, “hoe gaat het nu eigenlijk met jullie”, vroegen ze ons regelmatig.  Ze merkten het als het eens moeilijker ging. We konden onze grote en kleine zorgen kwijt. Soms brachten ze eens iets mee om uit te proberen, iets van speelgoed, een loopkarretje… en dan wisten we: Dylan is toe aan een volgend stapje. We hadden het samen over zijn voeding, gingen op zoek naar een ademhalingskinesist en kregen ondersteuning bij het bezoek aan het COS (Centrum Voor Ontwikkelingsstoornissen).

Als ouder van een prematuur vind je weinig vergelijkingsmateriaal. De boekjes van Kind en Gezin gaan over kindjes met een normale ontwikkeling en daar hadden wij niet veel aan. Dylan was 12 maand, maar eigenlijk ook maar 9 maand. We stelden ons voortdurend de vraag: waar moet hij nu zitten, wat moet hij al kunnen… Dat is heel verwarrend, ook voor mensen in je omgeving. Op de bus vragen ze dan: hoe oud is hij, en als je dan een antwoord geeft zie je ze zo kijken… Meestal zeg ik het er dan wel bij: hij is drie maand te vroeg geboren. Dan schrikken de mensen wel.

Ik ben aangesloten bij een gesloten groep op facebook van ouders met prematuren. Ik lees dat graag eens door en je weet dat ze hetzelfde doormaken als jij. Daar vind ik veel herkenning in. Zelf heb ik me nu ook aangemeld om contactouder te zijn voor Fiola. Als je van zo ver komt, kan je misschien wel andere ouders gerust stellen. Maar iedereen zoekt natuurlijk zijn manier om daar mee om te gaan.

Het eerste jaar voorbij…

Het eerste jaar is nu voorbij. Alles moet soms 1 keer verjaren, vertelt Wendy me. De verjaardag van Dylan was een emotionele periode maar werd ook gevierd met de hele familie en een prachtige regenboogtaart. Toch duiken er soms onverwachte momenten op. Zoals toen Dylan naar een nieuwe leeftijdsgroep overging in het kinderdagverblijf.

“Op 15 maand gaan de kindjes over naar een volgende groep maar Dylan was veel kleiner dan de anderen en hij was natuurlijk ook nog niet echt 15 maanden. Dan zie je die grote kinderen, waarvan de meesten al rondstapten en dan slik je toch even…  Je begint te vergelijken ook al weet je dat je dat niet mag doen. Die dag ben ik in tranen vertrokken.”

Wendy vertelt over de andere doorzwommen waters: over de eerste winter vol ziekenhuisopnames, over aerosol geven voor de babytelevisie, over vrienden die wegvallen omdat er zo weinig tijd overblijft voor andere dingen. Enkel het ritme van je kind volgen. Samen overleven. Over mensen die zeggen: maar alles is toch goed… en zelf voelen wat het jou en je gezin kost, elke dag opnieuw.

Kostbare schatten waren nog nooit zo klein.

En toch klinkt in het hele verhaal veel dankbaarheid voor het wonder van Dylan. Hij is nu 17 maand, hij begint volop te brabbelen en kruipt zijn wereld rond. Hij zegt sinds kort ‘mama’, maar toch vooral ‘papa’. Het is een papa’s kindje, vertelt mama Wendy me al lachend. En als hij lacht smelt zijn mama helemaal: de kleine held laat voelen waar het echt om draait. In het kinderdagverblijf is hij intussen de mascotte van de groep.

In de living staat een glazen kast met een bijzonder schap. Dylan en Faithe hebben er elk hun eigen hoekje. Kostbare schatten waren nog nooit zo klein: wollen sokjes, een eerste rompertje, een engelenvleugel met een geboortedatum om nooit te vergeten, een octopus met zachte armpjes, een pampertje, nog geen duim groot. Het kaartje met daarop: ‘achter de wolken schijnt de zon’ vat alles samen.

Ik ga mijn begeleiders missen, sluit Wendy af. Ze zijn zo lief en we bouwden een vertrouwensband op. We legden samen een lange weg af. Ze hebben ons nooit geforceerd en lieten ons volop ouder zijn. Ik ga dat nooit vergeten. Ik voel dat wij nu sterker en geruster zijn. Het is nu aan andere ouders om te ontdekken wat Fiola voor hen kan betekenen. We zouden het aan iedereen aanbevelen!